Burgers heeft vooral in de begintijd van de fabriek veel onderdelen zelf gemaakt. Het bedrijf was niet alleen een fietsfabriek maar ook een machinefabriek. Door de lage lonen was het zelf maken van onderdelen in die tijd lonend. Later werden veel onderdelen niet meer in het eigen bedrijf gemaakt maar ingekocht van gespecialiseerde toeleveranciers. Burgers liet, net als andere fabrikanten, op veel van deze ingekochte onderdelen zoals bellen, lampen, dynamo’s en zadels  haar eigen merklogo aanbrengen.  Fongers en Gazelle deden dit bijvoorbeeld altijd op sturen en crancks. Burgers was hier niet zo consequent in.  Op sturen is de naam Burgers alleen  na WO2 op een deel van de sturen ingeslagen.  Op de crancks en naven is soms Burgers of BD in geslagen, echter lang niet altijd.

Op een aantal vindingen heeft het bedrijf octrooi aangevraagd en gekregen. Hieronder worden een aantal uitvindingen en onderdelen besproken.

Lamphaken

lamphaak ca. 1910

De fietsen van voor ca. 1910 hebben een vrij fragiele lamphaak, in de jaren ’10 was de haak steviger met ENR er schuin in geslagen.

lamphaak luxe modellen ca. 1915

In de catalogus van 1922 wordt vermeld dat men een speciale zwaardere lamphaak heeft ontworpen. Deze haak die tot aan WO2 werd gebruikt is in twee uitvoeringen gemonteerd. Als los aan het stuur te bevestigen haak (zie afbeelding) en als traditionele haak die onder de bovenste balhoofdmoer vast zit.

    

Vaste dynamohaak

Voorvork met lamphaak en Omnia dynamo (fabrikant Elvea) 1940

Vanaf de jaren ’30 maakt Burgers veel reclame met een vaste dynamohaak die op de voorvork is gelast. Dit maakte de fiets veel veiliger. Deze dynamohaak (octrooinr. 27715) is niet door Burgers zelf ontwikkeld maar was een vinding van Gruno.

Sturen

Burgers heeft pas vanaf ongeveer 1950 op een aantal modellen sturen gebruikt waarin de naam “Burgers”  was ingeslagen. Tussen ca.  1930 en 1940  gebruikte Burgers op de eenvoudiger modellen  met celluloid stuur, een zogenaamd stuurnokplaatje. Aanvankelijk van koper, later van aluminium. Bij de luxere modellen stond er  voor 1950 geen naam op het stuur.  Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld Fongers en Gazelle, waar op alle sturen de merknaam was ingeslagen.

In 1935 wordt octrooi verkregen op een ‘reminrichting voor rijwielen’ (Octrooinr. 35718). In de catalogus van 1939 schrijft men over dit stuur met stangenremsysteem: “Door deze constructie kunt u remmen op elk oogenblik dat uw veiligheid het noodig maakt; hetzij links, hetzij rechts, altijd worden beide remmen in werking gesteld. De afstelling is zoodanig, dat eerst de achterrem en daarna de voorrem in actie komt. Dit geschiedt geheel automatisch, dus zonder gevaar voor over den kop slaan of slippen“.

Verlichting

In 1949 wordt octrooi verkregen op een ‘doorvoercontact voor de lichtleiding van rijwielen of dergelijke voertuigen’ (Octrooinr. 62656).

In 1958 op een ‘werkwijze voor het aanbrengen van een electrische draad of kabel in de voorvork van een rijwiel, alsmede voorvork, verkregen volgens deze werkwijze’ (Octrooinr. 98119). Hiermee verdwijnen de hinderlijke snoertjes in het frame. Deze laatst vinding wordt op de duurdere modellen toegepast.  De draad wordt via gaten in stuur, balhoofdbuis en een aangesoldeerd buisje aan de dynamohaak weggewerkt.  Om de draad door de vork te kunnen krijgen is er een gat in de vorkkroon gemaakt (zie foto’s).

 

Koplampen en dynamo’s

In de jaren ’30 komt de elektrische verlichting in algemeen gebruik. Burgers gebruikt vanaf die tijd verlichting van verschillende fabrikanten, waarin haar eigen merknaam of die van een van de B-merken is ingeslagen.  In de jaren ’30 Balaco, eind jaren ’30 Elvea, jaren’50 Unigro en TMI.

Balaco verlichting jaren ’30

 

Elvea verlichting eind jaren ’30

  

Unigro verlichting  jaren ’50

  

TMI verlichting jaren ’50

    

Onbekend fabrikaat jaren ’50/60

Dynamo ENR aluminium eind jaren '50 / jaren '60

Zadels

Rond 1900 maakt Burgers de zadels voor haar fietsen zelf, waaronder een hygiënisch zadel. Later worden de zadels ingekocht. Het hygiënisch zadel zien we vanaf de jaren ’20 niet meer terug in de Burgers catalogi, maar is blijkbaar toch wel gebruikt (zie foto hieronder). Het komt echter maar zelden voor. Tot ongeveer 1920 hadden deze zadels een metalen bodemplaat waarop de zitkussens zijn bevestigd. vanaf ca. 1920 hadden ze een houten bodemplaat.

De leren zadels waarin het merklogo is geslagen komen veel vaker voor.  In de jaren ’30 worden vaak zadels van het door Burgers gedeponeerde merk Ravanta (gedep. 02-10-1931) gebruikt.

Dragers

Fietsen van voor 1920 werden meestal zonder drager afgeleverd. In de catalogi worden ze ook zonder drager afgebeeld. In de loop van de jaren ’20 worden steeds meer modellen in de catalogi met drager afgebeeld. Totdat het achterlicht verplicht werd in 1938 zijn deze dragers voorzien van een reflector. Burgers maakte hier veel reclame mee. Vanaf ongeveer 1950 ontwikkelt Burgers een bagagedrager met een knik, die op het “mannetje” van de staande achtervork bevestigd wordt. Aan dit “mannetje” wordt ook het achterspatbord bevestigd. Dit is kenmerkend voor de Burgers fietsen uit het laatste decennium van het bestaan van de fabriek.

Drager jaren '50

Spatborden

Voor 1910 hebben de fietsen smalle spatborden van 50 mm breed. Na 1920 tot 1938 worden bredere spatborden met een rugje aan de rand, van ca. 60 mm gemonteerd (zie fotogalerij). Welke spatborden in de periode ’10 –’20 zijn gemonteerd is niet duidelijk. Van deze periode zijn tot nu toe vrijwel geen originele fietsen bekend.

Vanaf 1938 gebruikt Burgers spatborden met in het midden een “gootje”. De uiteinden van deze spatborden zijn iets opgewipt. Dit spatbord is heel kenmerkend voor Burgers fietsen van na 1938, geen enkele andere fabriek gebruikte die. In 1938 hadden deze spatborden een iets ander model dan de jaren daarna (met rugje aan de rand zie foto).

voorspatbord 1938, afwijkend model ten opzichte van latere jaren.
Spatbord vanaf 1939 met gootje en drie klinknagels

Ook kenmerkend voor Burgers is dat de spatbordstangen met drie klinknagels aan het spatbord zijn vastgeklonken. Het klinken van spatbordstangen zie je veel bij fietsen van voor ca. 1910. De meeste fabrieken gingen over op het met twee boutjes bevestigen van het spatbord aan de spatbordstangen. Burgers heeft behalve op een aantal sportmodellen dit klinken met drie klinknagels tot na de oorlog volgehouden.